Laatbloeier

Laatbloeiers in de tuin zijn bijvoorbeeld monnikskappen en herfstanemonen. Met beide voel ik me verwant. Alhoewel ik al in mijn studententijd liedjes maakte met Vitrage Drapé en in het schnabbelcircuit voor een student best een leuke bijverdienste had, vond ik het materiaal niet goed genoeg om daar echt mee door te gaan. Pas later, toen ik 56 werd, heb ik de pen en mijn gitaar weer opgepakt, om te onderzoeken wat ervan kon komen. Dat bleek een vloed aan liedjes te zijn, waarover ik wel content was. Mijn grappige teksten zijn soms giftiger dan de monnikskap. Mijn serieuze liedjes tonen de wortelstructuur van de herfstanemoon. Ik ben een laatbloeier dus.

Laatbloeier zijn heeft grote voordelen. Als je al best veel van het leven hebt ontvangen, is alles wat er nog bijkomt mooi meegenomen. Ik heb het als een feest ervaren dat ik twee cd’s heb kunnen opnemen in die mooie Soundvisionstudio bij George Konings. Het is een kadootje om af en toe, samen met anderen, het podium te beklimmen om dan een zaal te laten lachen en een traantje te laten wegpinken. Ik hoef niet beroemd te worden en ik hoef ook niet ieder weekend op de planken te staan.

Wat wel fijn blijft: samen muziek maken, af en toe een leuk optreden op een leuke plek en bezig blijven met het maken van nieuwe teksten en melodieën. Dat gun ik iedereen. Probeer dus vooral niet te vroeg te toppen. Bloei laat!